7 december 2023

Partners in tijden van verandering

De relatie tussen Netwerk Nonna en het VGZ Zorgkantoor is een bijzondere. Meer en meer ervaren zij elkaar als waardevolle partners. In de transformatie van de ouderenzorg hebben ze elkaar nodig. En dat gaat verder dan een naamsvermelding op de website. “Ook als het echt spannend wordt moeten we elkaars hand blijven vasthouden.”

Terug naar januari 2020. In de regio Nijmegen zoeken bestuurders van een aantal ouderenzorgorganisaties elkaar op. Informeel, in een appgroep. Omdat ze het idee hebben dat ze elkaar in de nabije toekomst weleens hard nodig kunnen hebben – om de huidige én toekomstige uitdagingen in de ouderenzorg het hoofd te bieden. Het is het begin van een constructievere samenwerking die twee jaar eerder voorzichtig vanuit het regiodenken ontstond.

Kirsten Deenen maakte de opleving van het V&V-netwerk, zoals de voorloper van Netwerk Nonna heette, van dichtbij mee. Ze is zorginkoper bij het VGZ Zorgkantoor, voor de sector Verpleging en Verzorging (V&V) in de regio Nijmegen. “Een van de bestuurders benaderde ons met de vraag hoe het Zorgkantoor stond tegenover een andere manier van organiseren van de samenwerking. Met een stevigere projectgroep en duidelijk commitment.” 

 

Partner of financier?

De band tussen het Zorgkantoor en Netwerk Nonna is sindsdien gegroeid. Het Zorgkantoor is onderdeel van de samenwerkingsovereenkomst die de veertien zorgaanbieders van Nonna zijn aangegaan. Ook sluit het structureel aan bij bestuurdersoverleggen. “We merken in toenemende mate dat zorgaanbieders ons als partner zien in plaats van financier. Natuurlijk liggen er soms gevoeligheden en dat zal altijd wel zo blijven. Maar het gezamenlijk belang staat steeds meer voorop.” Ook is er openheid en wordt het Zorgkantoor actief meegenomen in de beweging die Nonna op gang brengt.

Dat is niet alleen goed om een gedeelde focus te hebben en houden. Nina van Ingen, collega-zorginkoper van Kirsten, ziet het Zorgkantoor ook als een verbindende factor. “Ontwikkelingen in de regio Nijmegen – zoals het regionaal wachtlijstbeheer bijvoorbeeld, waar Nonna best ver mee is – dragen we via onze collega’s uit naar andere regio’s. En we spiegelen op ontwikkelingen die aan andere tafels plaatsvinden. Op die manier leren we van elkaar. En voorkomen we dat overal het wiel opnieuw wordt uitgevonden.”

 

Keuzes maken

De opgave waar de zorg voor staat noemen Kirsten en Nina ‘uitdagend’. “Klanten zijn er genoeg. De vraag is hoe je alle klanten kunt bedienen”, zegt Nina. Dat vraagt om keuzes maken. “Wat ik in de regio merk is dat we als Zorgkantoor en zorgaanbieders achter het maken van keuzes staan. Alleen is de maatschappij nog niet zover.” Daar zit volgens Nina de grootste uitdaging voor de komende jaren: hoe zorg je ervoor dat de maatschappij zich ervan bewust wordt dat er echt wat gaat veranderen. En dat er meer van hen wordt verwacht. 

Het maken van keuzes is misschien wel de lakmoesproef voor de relatie tussen het Zorgkantoor en Nonna. “Durven we die keuzes met elkaar ook hard te maken?”, vraagt Kirsten zich hardop af. “In onze communicatie naar de overheid, VWS, cliënten, noem maar op. En gaan we daar dan met zijn allen ook achterstaan?”

Als voorbeeld noemt Nina de toegang tot de Wlz. Nu is het nog zo dat wanneer je een Wlz-indicatie hebt je mag verhuizen naar een verpleeghuis. “In ons inkoopbeleid stellen wij echter dat we cliënten met een zorgzwaartepakket 4 ‘niet meer opnemen tenzij’. Dit doen we met een goede reden. We denken dat de kwaliteit van leven voor deze groep verbetert door zo lang als mogelijk zelfstandig thuis te wonen. En tegelijkertijd houden we capaciteit beschikbaar voor andere kwetsbare cliëntgroepen.” Het Zorgkantoor loopt met die bepaling vooruit op de wet. Juridisch is er op dit moment geen grond om die keuze te maken, licht Kirsten toe. “Ondertussen leggen we het wel op richting zorgaanbieders – die overigens ook op deze lijn zitten. Want we voelen allemaal dat we die kant op moeten. De vraag is alleen: als er een rechtszaak komt en het wordt echt spannend, houden we dan elkaars hand nog vast?”

 

Adresseren in Den Haag

Beide zorginkopers vinden het mooi om dit soort stappen gezamenlijk, met elkaar in de regio te zetten. Hoewel het aanpassen van de wet buiten hun directe takenpakket ligt, kunnen ze dit soort onderwerpen wel adresseren in Den Haag. Daarin ligt ook een rol weggelegd voor Netwerk Nonna, vertelt Nina. Een halfjaar geleden nodigde het Zorgkantoor Nonna uit voor een bijeenkomst met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). “Omdat we uit het veld wilden laten horen wat er speelt. En qua professionaliteit en samenwerking is Nonna een regionale tafel waar we trots op zijn.” Nonna’s programmaleider Yvonne Beckers gaf in haar presentatie onder andere aan dat het op gang komen van onderlinge samenwerking tijd kost. En dat het kortcyclisch beschikbaar komen van middelen daar niet constructief aan bijdraagt. “Ook de ideeën vanuit VWS botsen soms met het tempo van ontwikkelingen in de praktijk. Wij kunnen vanuit het Zorgkantoor een rol spelen om dat te adresseren met behulp van dit soort voorbeelden van waar we tegenaan lopen.”

 

Samenwerken 2.0

“Dat gaat niet alleen extern op”, vult Kirsten aan. “Als Zorgkantoor moeten wij ook transformeren.” En zoals in ieder groot bedrijf worden positieve ontwikkelingen niet direct tot in de bovenste lagen opgepikt. “Voorbeelden van mensen die het verhaal vertellen uit de praktijk, zetten dat extra kracht bij.” 

Dat het Zorgkantoor en Nonna hierin gezamenlijk optrekken en elkaar steeds meer als waardevolle partner zien, voelt als een succes. Al is het echt nog niet zo dat er op alle punten één gedeelde regiogedachte is. “Sommige punten doen ook gewoon pijn. Wel ervaren wij dat de regio zich gezamenlijk verantwoordelijk voelt voor de uitdagingen die op ons afkomen.”

Hoe zien Kirsten en Nina de relatie met Nonna naar de toekomst toe? Welke ontwikkelingen zien zij? Dat er steeds meer Wlz-zorg thuis wordt georganiseerd, zegt Nina. “De vraag is hoe we dat met elkaar gaan organiseren. En als we meer zorg thuis gaan organiseren, hoe gaan we dan de intramurale capaciteit inzetten en voor welke doelgroepen? Hoe nemen we alle aanbieders mee in de ontwikkelingen? Ook aanbieders die niet actief deelnemen aan Netwerk Nonna. We moeten het samen doen.” Kirsten denkt dat er op onderdelen ten aanzien van die ontwikkeling naar langer thuis wonen misschien wel een groter plan moet komen. Een plan dat samenhangt met het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). “Tot voor kort waren wij alleen in de lead. Maar ik denk dat we deze twee akkoorden heel hard nodig hebben om de zorg voor die kwetsbare groep in de toekomst te organiseren.”

 

Het eerlijke verhaal

En met betrekking tot Nonna? Hoe zien Kirsten en Nina die samenwerking zich ontwikkelen? “Ik hoop dat het Netwerk zich dusdanig bewijst – dus dat het samenwerken zoveel meerwaarde heeft – dat de zorgaanbieders bereid zijn om het voort te zetten”, antwoordt Kirsten. “Ondertussen is het van belang dat het eerlijke verhaal wordt verteld. Zodat de maatschappij de urgentie gaat voelen dat het anders moet. “Als we alles hebben geprobeerd en er toch een wachtlijst is of situaties ontstaan die niet aanvaardbaar zijn, laten we dan het eerlijke verhaal naar buiten brengen”, vindt Nina. Die oproep geldt voor VWS maar ook voor het Zorgkantoor en de zorgaanbieders, stelt Kirsten tot slot. “Van tevoren moeten we dus helder hebben waar we voor gaan staan. Zodat we elkaars hand blijven vasthouden. Ook als het spannend wordt.”