10 juli 2023

‘Samen kunnen en moeten we anders’

Hoe kijken de bestuurders uit Netwerk Nonna naar de uitdagingen van de ouderenzorg en de transitie waar de sector voor staat? En welke rol speelt hun samenwerking daarin? Saskia Ermers (zorggroep Maas & Waal) en Fieke van Deutekom (Kalorama) zien vooral kansen en mogelijkheden. “Maar de transitie vraagt veel van collega’s. Én de maatschappij.”

 

“Ik denk graag vanuit een positieve insteek”, opent Fieke het gesprek. “Met een toenemende urgentie, wordt het voor iedereen voelbaar: nu móét het anders. Als ik naar mijn eigen organisatie kijk, dan zijn we al volop bezig met de transformatie. Er is al veel gebeurd. Maar het kost ook tijd om veranderingen duurzaam te maken, om ze te verankeren in je organisatie.  

“Eens”, haakt Saskia in. “Tegelijkertijd zie ik in de transformatie niet alleen een uitdaging voor ons als zorgorganisaties. Het is een maatschappelijke opgave. Dat besef dringt nu pas langzaam door. In het verleden had de zorgvrager keuzevrijheid in de zorg. Vandaag de dag zijn mensen blij dat ze zorg kunnen krijgen. We hebben als maatschappij dus kennelijk ook die urgentie, die druk nodig om te accepteren dat het anders moet.”

 

Samen ontwikkelen en leren

Samenwerking tussen de veertien Verpleeg- en Verzorgingsorganisaties van Nonna speelt een grote rol in het aangaan van de opgave. “Er zijn veel ontwikkelingen in de zorg die je echt niet alleen kunt oppakken”, meent Fieke. “Denk bijvoorbeeld aan zorgtechnologie – op dat gebied gebeurt zoveel: nieuwe ECD’s, zorgdomotica, zorgrobotica... Het helpt als je daarin samen kunt optrekken en van elkaar kunt leren wat werkt en wat niet. Dat geldt ook voor onderwerpen op het gebied van medewerkersbeleid. Iedere dag zijn we alle veertien enorm druk om te zorgen dat er voldoende professionals zijn. Dus kijken we nu of we een gezamenlijke zzp-pool kunnen maken om de schaarste op de arbeidsmarkt het hoofd te bieden.”

 

Regio- versus organisatiebelang

Samenwerking klinkt vanzelfsprekend – zeker als je dat doet in V&V-verband waar je dezelfde thema’s deelt. Bovendien stimuleert en subsidieert de overheid het gezamenlijk optrekken. Toch overheerste niet zo heel lang geleden het concurrentiedenken nog in de zorg. En was er strijd om de klant. Saskia: “De omslag naar samenwerken in plaats van concurreren hebben we inmiddels wel gemaakt maar toch kan er ook nu nog sprake zijn van spanning  tussen regiobelang en organisatiebelang.”

De wil om samen te werken voert binnen Nonna echter de boventoon. Niet alleen op bestuurlijk niveau. Maar juist ook ín de organisaties. Fieke: “Rondom de verschillende projecten van Nonna zitten ontwikkelgroepen met professionals uit de verschillende zorgorganisaties. We zien dat deze collega’s inmiddels elkaar zelf opzoeken. En blij worden dat ze gewoon een collega van een andere organisatie kunnen bellen als ze bijvoorbeeld een HR-vraag hebben. Ik ben ervan overtuigd dat dáár de verandering gebeurt. Als bestuurders moeten wij het richting geven, volgen en sturen. Maar het echte veranderen gebeurt in je organisatie door de professionals.” 

 

Balans in financiën

Hoe mooi en noodzakelijk ook, er zijn ook bedreigingen voor het succes van samenwerken. De incidentele financieringsstromen in de zorg bijvoorbeeld. Saskia: “Daarmee komt veel geld vrij voor de regio. Terwijl tegelijkertijd de structurele inkomsten dalen en het binnen de organisatie een opgave is om de begroting sluitend te krijgen. Daar zit spanning op. Ik vind het nog steeds heel zinvol dat we deze samenwerking aangaan met elkaar. Maar het moet wel in balans blijven met de interne situatie binnen onze organisaties. Daarom houden we het Zorgkantoor ook dicht bij ons. Zij zijn een belangrijke partner in de opgave waar we voor staan – en zij ervaren dat ook zo.” 

 

Terug naar de essentie

Structuur is een ander risico. Fieke: “In Nederland, maar vooral ook binnen de zorg, is de neiging om zaken te groot te maken en onder te brengen in allerlei structuren. Het is voor mij de vraag of deze allemaal helpend zijn.” Saskia: “Je hebt governancevraagstukken. We zitten met veertien partijen om de tafel. Als twee daarvan niet willen meegaan in bijvoorbeeld het idee voor gezamenlijk wachtlijstbeheer, gaan we het dan niet doen? Het helpt als we dat onderling bespreekbaar maken. Soms moet je terug naar de essentie: waarom wilden we dit ook alweer? En willen we dat nog steeds? En committeren we ons daar dan nog aan?” Fieke: “Je moet groot blijven denken, maar klein doen. Als bestuurders moeten wij de grote lijn bewaken. Onze collega-medewerkers zetten vervolgens de stappen met elkaar.”

 

Beweging op gang

Wat is de stip op de horizon waar de organisaties binnen Nonna naartoe bewegen? Saskia: “We geven samen invulling aan de broodnodige transitie. Dat is heel breed. We zoeken daarbij steeds naar wat ons helpt om dat grote vraagstuk met elkaar het hoofd te bieden, overeind te blijven en het ook een beetje leuk te houden.” “Ik denk ook niet aan een concreet doel”, voegt Fieke toe. “Als we de huidige projecten hebben afgerond, ontstaat er weer ruimte. Dan ga je opnieuw kijken: op welk vlak kunnen we gezamenlijk meer beweging op gang brengen dan wanneer we dat alleen oppakken?” 

Nonna als groeimodel dus. Een perpetuum mobile dat eenmaal in beweging blijft bewegen. En daarmee de energie opwekt om de transformatie vorm te geven. Precies wat de zorgsector nodig heeft om het écht anders te doen.